Ondersteuner Voorschotense huisartsen aan de slag

Via een detacheringsovereenkomst met GGZ Rivierduinen heeft de gemeente Voorschoten eind vorige week als eerste gemeente in de regio een praktijkondersteuner aan het werk gezet die de twaalf huisartsen in het dorp gaat ondersteunen bij de jeugdhulp. Zijn naam is Eugenio van Loenen en hij kan per direct aan de slag. Voorlopig tot eind volgend jaar, want het gaat in eerste instantie om een proef.

Chris de Waard sprak na de ondertekening van de overeenkomsten met wethouder Nanning Mol, voorzitter Rob Michielsen van de Huisartsengroep Voorschoten en met praktijkondersteuner Eugenio van Loenen.

Die ‘Praktijkondersteuner Jeugd & Gezin’ zoals de functie officieel heet, gaat kantoor houden bij de huisartsen en zal daar met name in gesprek gaan met jongeren die problemen hebben. Van Loenen: “Of bij jongere kinderen met hun ouders. Een kind van acht moet je niet op die manier lastigvallen met de manier waarop problemen aangepakt gaan worden.”

Het is de bedoeling dat Van Loenen op een andere manier dan de huisartsen zelf met de jongeren en hun ouders tot goede oplossing komt om de problemen te verhelpen. Alle partijen hopen dat dat vaak laagdrempelige hulp in de directe omgeving zal zijn in plaats van duurdere gespecialiseerde tweedelijnshulp waarheen huisartsen de jongeren nu vaak noodgedwongen heen sturen.

Huisarts Rob Michielsen: “Meestal zien we kinderen op heel jongen leeftijd en daarna jaren niet. We kennen ze dus vaak niet goed en de kinderen zelf vinden de dokter vooral iemand waar je heen gaat als je ziek bent, en niet om over problemen te praten.” De huisartsen hopen dat de praktijkondersteuner met een andere benadering en meer tijd tot andere oplossingen komt. “De verwachtingen zijn bij ons allemaal in elk geval hooggespannen,” zegt Michielsen die ook voorzitter is van de Huisartsengroep Voorschoten.

Wethouder Nanning Mol is verguld met de overeenkomst. “Voorschoten loopt hiermee voorop in de regio,” glundert Mol die hoopt dat de praktijkondersteuner vooral inhoudelijk het verschil gaat maken bij het verwijzen van de kinderen. “Veel vaker door oplossingen dichtbij huis te zoeken, voor een deel ook met aanbod dat er nu misschien nog niet is. Maar niet ieder kind is het meest gebaat bij specialistische zorg.” Bijkomend voordeel is dat de alternatieve trajecten ook goedkoper zijn dan de tweedelijns zorg. Voorschoten zit met twaalf procent, zo’n driehonderd kinderen, in dat type zorg procenten boven het landelijk gemiddelde van negen procent en dat is vooral ook heel duur.

Naast Voorschoten wil in onze regio in elk geval ook de gemeente Leiden gaan werken met praktijkondersteuners.

Maatschappij Politiek Voorschoten jeugdhulp