Het reddingsplan voor de Leidse medicijnenfabriek Apotex, waarvoor het kabinet vorige week financiële steun toezegde, roept nog veel vragen op. Zeker is dat de huidige 250 personeelsleden per 1 september op straat staan. Het plan is om drie maanden later op kleinere schaal te herstarten. Verder is er nog veel onzeker.
Voor de doorstart van Apotex is in april door enkele ondernemers het bedrijf Innogenerics opgericht. Zij wilden voorkomen dat de productie van veelgebruikte goedkope licentievrije medicijnen zoals pijnstillers en antibiotica uit Nederland zou verdwijnen. Door de coronacrisis is dit onderwerp extra actueel geworden, want in het voorjaar bleek de levering van geneesmiddelen vanuit China en India niet zo vanzelfsprekend meer.
Onderhandelen
Na maanden stilte kwam er vorige week eindelijk meer nieuws over de medicijnenfabriek, door een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer. De overheid wil de doorstart steunen met een lening van bijna zeven miljoen euro. Over wat er dan precies gaat gebeuren, viel nog weinig te lezen – terwijl de sluiting van Apotex over drie weken een feit is.
De nieuwe ondernemers van Innogenerics hebben hun plannen nog niet openbaar gemaakt. Ze zijn nog in overleg met de overheid, die garanties wil over de ‘leveringszekerheid’ van medicijnen. En ze onderhandelen nog met de huidige eigenaar van de fabriek, het Indiase concern Aurobindo. Toch zijn er langs diverse kanalen al wat details naar buiten gedruppeld. Die klinken best ingewikkeld.
Ontslagen
Het woord ‘doorstart’ past niet echt bij wat er met de medicijnenfabriek gebeurt. Je spreekt van een doorstart als een bedrijf failliet is en een nieuwe eigenaar de boedel en een deel van het personeel voor een klein bedrag overneemt. De schuldeisers hebben dan het nakijken.
Maar Apotex-Leiden is niet failliet. De fabriek is sinds twee jaar eigendom van Aurobindo. En die besloot al na een jaar dat ze de locatie wilde sluiten omdat productie van licentievrije medicijnen in Nederland ‘niet rendabel’ was.
Alle 250 personeelsleden moesten afvloeien. Wie nog geen nieuwe baan heeft gevonden, wordt per 1 september ontslagen. De vakbonden wisten er nog een sociaal plan uit te slepen. Maar van het ‘meenemen’ van personeel door Innogenerics is geen sprake. Wie dat wil, kan per 1 december bij het nieuwe bedrijf solliciteren. Volgens verschillende bronnen zijn er straks trouwens maar 80 mensen nodig. Dat klinkt dus als een wezenlijk ander bedrijf.
Waakvlam
Apotex wordt dus overgenomen van de huidige eigenaar Aurobindo. Die wil geld zien: voor een praktisch startklare fabriek, maar waarschijnlijk ook voor know how en distributierechten. En zo komen we bij een lastig onderwerp: welk belang hebben de Indiërs erbij als het nieuwe Innogenerics een concurrerende producent wordt van paracetamol, ibuprofen en antibiotica die ze zelf vanuit Azië wilden gaan leveren?
De oplossing waar nu over gesproken wordt, is een soort ‘waakvlam’-scenario voor goedkope massamedicijnen. De Leidse fabriek zou de productie van deze middelen in normale tijden aan de Indiërs overlaten, maar houdt wel capaciteit om in crisissituaties zelf die productie op te pakken.
Riskant
Het nieuwe bedrijf blijft dus samenwerken met Aurobindo. De Leidse fabriek hoeft daarbij ook niet helemaal stil te vallen. Om de kunst in de vingers te houden, blijft Apotex 2.0 kleinere series medicijnen produceren, ook in opdracht van de Indiërs.
Dit plan klinkt wel vrij riskant. Want gaan de Indiërs zich aan de afspraken houden? Toen ze in 2018 naar Leiden kwamen beloofden ze ook iets anders dan ze uiteindelijk deden. En als de meeste productie toch naar Azië verplaatst wordt, is dan de levering en de kwaliteit van medicijnen wel gegarandeerd?
Over die leveringszekerheid willen minister Tamara van Ark en staatssecretaris Mona Keijzer graag zekerheid van het nieuwe bedrijf Innogenerics. De initiatiefnemers zitten dus tussen twee vuren. En dan moeten ze ook nog een manier verzinnen om geld te verdienen. Want met het produceren van kleine setjes goedkope medicijnen kan je geen salarissen van 80 medewerkers betalen.
Innovatie
Innogenerics lijkt daarom ook op een tweede paard te wedden. De naam van het nieuwe bedrijf zegt het eigenlijk al: naast de goedkope ‘generieke’ medicijnen wil het bedrijf blijkbaar ook iets met innovatie. Het klinkt tegenstrijdig – als een autodealer die zich specialiseert in Fiat panda én Tesla – maar het viel afgelopen week wel te lezen in het Financieele Dagblad.
De decaan van het LUMC, Pancras Hogendoorn, sprak zich in die krant uit als één van de ‘kennispartners’ van Innogenerics. Volgens hem is de ambitie om van Apotex een kenniscentrum te maken dat, naast het veiligstellen van de productie van licentievrije medicijnen, ook investeert in nieuwe producten.
Dat laatste is wel een heel andere tak van sport, die ook vraagt om research en om veel juridische kennis over registratie. In dat mijnenveld zijn al veel beginnende medicijnenproducenten gesneuveld.
Innogenerics gaat zeker een spannende tijd tegemoet. Hoe de initiatiefnemers alle klippen willen omzeilen, moet de komende tijd duidelijker worden.
Dit bericht vloeit voort uit de serie “De virus-estafette”. De research ervoor is mede mogelijk gemaakt door het Leids Mediafonds.
Economie Leiden Wetenschap De virus-estafette Faillissement InnoGenericsSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907