Bewoners van de wijk Cronestein spreken de gemeenteraad toe over een bouwplan in de wijk. (Archieffoto: Chris de Waard).

Voor de Leidse politiek zijn wijkverenigingen vooral ‘een thermometer’

Een meerderheid van de Leidse gemeenteraad vindt dat wijkverenigingen niet de spreekbuis van bewoners zijn, maar dat alle aanwezige kennis beter moet worden benut. Dat blijkt uit onderzoek van Sleutelstad. Ook gaan er stemmen op om de positie van wijkverenigingen te verstevigen, waarbij zelfs het alternatief van een democratisch verkozen wijkraad wordt geopperd.

Dat het lastig is om namens de bewoners van een wijk te spreken, dat werd al duidelijk in het tweede artikel uit dit drieluik over Leidse wijkverenigingen. En dat dé Leidse wijkvereniging niet bestaat, zoals de titel van het eerste artikel luidde, is inmiddels ook bekend. Maar wat doen de tien partijen uit de Leidse gemeenteraad met de inbreng van wijkverenigingen?

Die vraag legden we ze voor, net als de vraag hoe wijkverenigingen zich het beste in het politieke debat kunnen mengen. Om te zien welk effect dat heeft, bestudeerden we ook alle schriftelijke vragen die de afgelopen twee jaar aan burgemeester en wethouders werden gesteld.

Er is geen politieke partij die zegt dat wijkverenigingen geen rol van betekenis spelen, maar welke rol het precies is, verschilt. Abdelhaq Jermoumi van de PvdA is stellig. “Als ze de route naar politiek en media weten te vinden, dan lijkt het meteen alsof de hele wijk op de achterste poten staat. Maar als gemeenteraad zijn we er om beslissingen te nemen, ook voor mensen die niet door een wijkvereniging worden vertegenwoordigd. Ondanks dat sommige wijkverenigingen dat graag willen, vertolken ze niet altijd de wijk.”

Transparant en helder
Daar recht tegenover staat Partij Sleutelstad (PS). Maarten Kersten zegt dat zijn partij pal achter de wijkverenigingen staat. “Wij gaan er altijd vanuit dat verenigingen hun wijk vertegenwoordigen en we nemen de stukken uit wijkverenigingen altijd zeer serieus. Besturen van wijkverenigingen zitten beter in de materie dan wij en zullen wel argumenten hebben waarom ze iets willen.”

Ook Anand Jitan van de partij Leiden Participeert vertrouwt blind op de input van wijkverenigingen. “Het maakt voor ons niet uit vanuit welke vereniging het komt. Het zijn burgers die op ons hebben gestemd en daar komen we voor op.” Er is wel één belangrijke ‘maar’: “We gaan ervan uit dat de wijkvereniging transparant en helder is en de mening van de wijk vertegenwoordigt. Het mag niet alleen het verhaal van bestuursleden zijn, dan moeten we ons van een wijkvereniging distantiëren. We behartigen het algemeen belang, geen individuele belangen.”

Een draagvlak van tien procent van de inwoners is voor mij meer waard dan wanneer iedereen automatisch lid is.

In Leiden zijn er in ieder geval vier verenigingen waarbij alle wijkbewoners automatisch lid zijn. “Maar weten die bewoners dat wel?”, vraagt Martine van Schaik van de Partij voor de Dieren (PvdD) zich af. “Het is lastig dat ook ik, als raadslid, bij sommige wijkverenigingen niet weet wie ze vertegenwoordigen. Welk mandaat hebben ze? Of gaat het om een schaduwclubje?”

Joost Bleijie (CDA) neemt input van wijkverenigingen ‘in de basis serieus’, maar wil daarna wel graag weten waarop een standpunt is gebaseerd. Een vereniging waarbij iedereen automatisch lid is, heeft dan geen streepje voor. Integendeel. “Juist mensen die bewust lid zijn geworden, zijn veel meer betrokken. Een draagvlak van tien procent van de inwoners is voor mij meer waard dan wanneer iedereen automatisch lid is.”

Stille meerderheid
Wat eigenlijk elke partij in ieder geval noemt, is dat de mening van de wijkverenigingen een goede indicatie geeft van wat er speelt in de wijk. VVD-raadslid Maarten de Crom: “Geluiden vanuit de wijkvereniging zijn voor mijn fractie een thermometer, maar niet dé thermometer. Het geeft een indicatie van hoe besluiten in de wijk vallen. Maar wij zeggen zeker niet dat wat de wijkvereniging zegt voor de hele buurt geldt.”

Hij vindt het belangrijk dat de ‘stille meerderheid’ niet wordt overgeslagen. “De mensen die participeren zijn vaak dezelfde soort mensen, dat zie je ook bij de wijkverenigingen. Wij moeten pro-actief op zoek naar andere geluiden in de stad.” Dat zegt ook Marleen Schreuder (GroenLinks). “Het is goed om het verhaal van de wijkvereniging te horen, maar het ontslaat ons niet van de plicht om te kijken wie er nog meer in de wijk wonen met eventueel andere belangen.”

We zouden meer gebruik moeten maken van alle aanwezig kennis. Zij vertellen jou waar het fout zit en dat helpt ons ook weer.

Hoewel er allerlei mitsen en maren worden gemaakt, is de inbreng van wijkverenigingen wel erg waardevol, benadrukken veel raadsleden. “Het is te makkelijk om te zeggen: we hebben hier drie gepensioneerden met een mening”, zegt Antje Jordan (D66). “Er zit bij de verenigingen juist enorm veel kennis en expertise die we in kunnen zetten.” Daar sluit de SP zich bij aan. “We zouden daar meer gebruik van moeten maken. Zij vertellen jou waar het fout zit en dat helpt ons ook weer”, aldus Antoine Theeuwen.

Concreet komen de locatie van het busstation bij Leiden Centraal, het drukke Lammenschansplein en de toekomstvisie voor het stationsgebied ter sprake. “Bij Vlietpoort kwamen ze zelf met een voorstel voor een nieuwe kruising, daarmee doe je op een positieve manier mee”, reageert Albert Brink (ChristenUnie) enthousiast. Maar hij snapt ook dat dat niet altijd kan, zoals bij de toekomst van het stationsgebied. “Dat hele gebied gaat op de schop, dan reageer je veel meer op de plannen die er gemaakt worden. Een alternatieve toekomstvisie is natuurlijk heel iets anders dan een eigen ontwerp voor een kruising.”

Kop koffie
En juist bij de inspraak op grote nieuwe plannen wringt de schoen, bleek in de zomer van 2020. De acht verenigingen uit de binnenstad merkten dat er weinig met de gevraagde inbreng werd gedaan en zegden de gesprekken met het stadsbestuur op. “We zijn er blijkbaar alleen maar zodat het wettelijk verplichte participatievinkje kan worden gezet”, schreven de wijkverenigingen in een brief aan het stadsbestuur. Afgelopen voorjaar leidde dat tot een actieplan om de wijkverenigingen beter te betrekken, maar daarvan moet in de praktijk nog blijken of dat zal werken.

Gevraagd naar de manier waarop wijkverenigingen het beste bij de politiek betrokken kunnen zijn, zeggen eigenlijk alle fracties dat dat via persoonlijk contact gaat. “Het helpt om in een vroeg stadium een kop koffie met ons te drinken. De deur staat altijd open en dat moeten mensen ook voelen”, zegt Schreuder (GroenLinks). Ook andere partijen benadrukken dat ze telefonisch en per email goed bereikbaar zijn voor input. De PvdA wil de verenigingen het liefst zelf actief benaderen en heeft de wijken onder de raadsleden verdeeld. “Maar we hebben er helaas de tijd gewoon niet voor.”

Het gaat te vaak over die procedures en te weinig over de vraag of die speeltuin nou goed is voor de wijk.

Wat veel gebeurt, en waar raadsleden ook op wijzen, is gebruikmaken van het formele inspraakmoment in de gemeenteraad. Bij ieder besluit is er de mogelijkheid om raadsleden toe te spreken. Toch werkt dat niet altijd zoals het is bedoeld, vindt Jordan (D66). Ze noemt de verschillende inspraakmogelijkheden, waar ook de verenigingen in de binnenstad over vielen, een ‘rituele dans’. “Het gaat te vaak over die procedures – is het op tijd? zijn de stukken goed ingediend? – en te weinig over de vraag of die speeltuin nou goed is voor de wijk.”

‘Geluiden’
En als een wijkvereniging dan aan de bel trekt bij een politieke partij, wat gebeurt er dan met die inbreng? In 2019 (80) en 2020 (84) werden er in totaal 164 schriftelijke raadsvragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders. Daarmee vragen raadsleden om opheldering over ontwikkelingen in de stad. Van die vragen werden er vier direct gesteld op basis van berichten uit wijkverenigingen. Een twintigtal andere raadsvragen werd gesteld nadat ‘geluiden’ van wijkbewoners de fracties hadden bereikt.


Vier schriftelijke vragen werden direct op basis van inbreng uit een wijkvereniging gesteld.

Een voorbeeld daarvan is een set vragen over containerwoningen op de Verdamstraat, gesteld door VVD’er De Crom. Toen een deel van de wijk in opstand kwam tegen de plaatsing daarvan, belde De Crom deur aan deur aan in de omliggende straten. “Dat levert een diverser en genuanceerder beeld op dan afgaan op een statement van de wijkvereniging”, licht hij toe. “Sommige partijen kopiëren een op een de mening van een vereniging naar een aantal schriftelijke vragen, maar hoeveel zin heeft dat?”

Bij het CDA leidt de inbreng van wijkverenigingen vaker tot een beter betoog tijdens een raadsvergadering, zegt Bleijie. “Schriftelijke vragen vind ik vaak een te zwaar middel, ik verwerk het eerder in een inbreng in de raad of commissie.” Maar als dat niets oplevert en de kritiek op een plan vanuit de wijk aanhoudt, dan komt het wel tot schriftelijke vragen. Een voorbeeld daarvan was het plan voor een restaurant op de Langebrug.

Het gemeentebestuur moet echt naar wijkraden luisteren. Met de huidige wijkverenigingen is dat veel vrijblijvender.

Zowel Van Schaik (PvdD) als Kersten (PS) vinden dat de rol van de wijkvereniging na de aankomende gemeenteraadsverkiezingen versterkt moet worden. Kersten pleit voor het invoeren van de ‘wijkraad’, zoals in Rotterdam na de aankomende verkiezingen in maart gebeurt. Daar worden naast gemeenteraadsleden, ook wijkraadsleden verkozen. Dat zorgt voor een democratische wijkvertegenwoordiging, aldus Kersten. “Door zo’n verkiezing moet het gemeentebestuur echt naar wijkraden luisteren. Met de huidige wijkverenigingen is dat veel vrijblijvender.”

Actieve burgers
Maar volgens de SP zijn wijkraden niet perse de oplossing. “Als je de participatie bij plannen gewoon goed doet, dan hoef je geen wijkraden in te stellen”, meent Teeuwen, die bovendien denkt dat het nog lastig is om genoeg kandidaten te vinden die daar tijd en energie in willen steken. Jordan (D66) kent de wijkraad uit andere gemeenten en is ook niet direct enthousiast. “Het zorgt vaak voor een extra bestuurslaag die ook weer op zoek gaat naar legitimatie. Dan ontstaan er dezelfde spanningen als die je nu met de gemeenteraad hebt.”

Volgens Jordan gaat het veel meer om de manier waarop je een stad bestuurt. Zij pleit ervoor om wijkverenigingen een stevige rol te geven in Leiden en ze niet te makkelijk aan de kant te schuiven als dat beter uitkomt. “Soms houden overheden actieve burgers aan strengere regels dan zichzelf”, zegt ze, onder meer doelend op de vraag hoe representatief een wijkvereniging is. Die vraag zou je ook aan een politieke partij kunnen stellen, meent ze. “Wij zijn net zo goed onderdeel van het systeem als dat de wijkverenigingen dat zijn.”

Verantwoording
Voor dit onderzoek zijn alle 36 wijkverenigingen uit Leiden benaderd. 22 van hen hebben gereageerd op vragen over onder meer het ledenaantal en publicaties van de wijkvereniging. Op basis van die reacties zijn er vier wijkverenigingen geselecteerd voor verder onderzoek: Wijkvereniging Merenwijk (de vereniging met het grootste aantal inwoners), Vlietpoort (vereniging met een klein aantal inwoners), Wijkvereniging Stationsgebied (een politiek actieve wijkvereniging waarbij alle inwoners automatisch lid zijn) en Pieters- & Academiewijk en Levendaal-West (politiek actieve wijkvereniging waarbij mensen ervoor kunnen kiezen om lid te worden).

De besturen van deze vier wijkverenigingen hebben we gevraagd naar de manier waarop hun vereniging is georganiseerd, welke keuzes er worden gemaakt en hoe eventuele politieke statements tot stand komen. In drie gevallen heeft dat geleid tot een gesprek met het bestuur. Het bestuur van Wijkvereniging Stationsgebied wenste niet te reageren omdat het zich niet kan vinden in de opzet van het onderzoek. Ook op de uitkomsten van het wijkonderzoek en de conceptversies van de artikelen wilde het bestuur niet reageren. Tijdens het deur-aan-deur wijkonderzoek hebben we wel enkele individuele bestuursleden gesproken. Hun reactie is waar mogelijk meegenomen.

In de vier geselecteerde wijken hebben we een aantal straten uitgekozen waarbij we in het voorjaar en de zomer van 2021 deur aan deur hebben aangebeld. Dat heeft in het totaal 229 reacties opgeleverd, zowel van mensen die we direct aan de deur hebben gesproken als van enkele mensen die op basis van een niet-thuisbriefje later alsnog een reactie hebben gegeven. De straten die zijn geselecteerd:

Stationsgebied: Stationsplein, Morssingel en Paviljoenshof
PAL: Langebrug, Kolfmakersteeg en Raamsteeg
Vlietpoort: Elly Kerckhoffskade, Herman Kleibrinkstraat en Delftse Jaagpad
Merenwijk: Arendshorst, Akenwerf, Donsvlinder en Edelkarper

Om ook een beeld van de politieke rol van wijkverenigingen te krijgen, zijn voor dit onderzoek alle gestelde raadsvragen in de jaren 2019 en 2020 geanalyseerd. De resultaten van die analyse zijn, samen met een aantal algemenere vragen over de rol van wijkverenigingen, voorgelegd aan de tien politieke partijen uit de Leidse gemeenteraad.

Dit onderzoek, dat naast drie artikelen binnenkort ook nog een televisie-special over wijkverenigingen oplevert, is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Leids Mediafonds.

Leiden Maatschappij Politiek De rol van wijkverenigingen


Studio Leiden
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

Studio Leiderdorp
Sisalbaan 13
2352 AZ Leiderdorp

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×