Een transparant en open proces met een resultaat waar zoveel mogelijk gebruikers van het gebied blij mee zijn. Dat is in één zin waar omgevingsmanager Len Hazeleger op hoopt als we hem vragen op welke uitkomst hij hoopt bij de serie bijeenkomsten waar iedereen mag meedenken over de invulling van het stationsgebied in Leiden. Dinsdagavond was de eerste fysieke bijeenkomst, donderdagavond de tweede.
De komende jaren gaat er veel veranderen in het Stationsgebied Leiden. Deels is dat proces al jaren aan de gang met de bouw van onder andere De Lorentz, Octagon en De Geus. Maar er komt nog veel meer aan. Om de groei van de bevolking, en specifiek in dit deel van de stads ook het sterk toenemende aantal reizigers op te kunnen vangen is er nogal wat nodig. En dan moet het ook nog allemaal veel duurzamer, groener en klimaatbestendiger worden.
Dinsdagavond was bij het Golden Tulip Hotel in datzelfde stationsgebied de eerste van een serie bijeenkomsten waar iedereen welkom is om mee te praten en input te leveren voor de plannen. Daarvan werd flink gebruik gemaakt. Circa vijftig belangstellenden waren op komen dagen en namen na een korte inleiding plaats aan een van de acht ‘meedenktafels’. Elke tafel stond onder leiding van enkele leden van ‘Team op Leiden’. Dat is het consortium van architecten, stedenbouwkundigen en ingenieurs dat is samengesteld om de plannen vorm te geven.
Chris de Waard schoof aan bij een van de meedenktafels en sprak na afloop met omgevingsmanager Len Hazeleger, en meedenkers Hans, Marieke en Tjeerd.
Lef
Op elke tafel een groot vel met de huidige situatie, een lijst met de opgaven waar Leiden voor staat en vooralsnog een budget van tweehonderd miljoen euro. In november 2022 werd bekend dat het Rijk een bedrag van 190 miljoen voor de doorontwikkeling van het Leidse stationsgebied beschikbaar stelde, maar door de inflatie is dat inmiddels opgelopen tot tweehonderd miljoen. “En misschien wordt dat nog wel meer als we een goed ontwerp maken. We moeten lef tonen en een mooie integrale puzzel leggen”, zegt Hazeleger.
Opgangen
“Maar niet alles kan dus, want we hebben geen miljard op de plank liggen”, zegt Hazeleger. Maar op de kosten wordt deze avond niet heel erg gestuurd. Hooguit door de meedenkers zelf. “Je kunt alles we willen ondertunnelen, maar dat is ook heel duur”, zegt Marieke bijvoorbeeld. Ze steekt het geld dan liever toch in andere zaken. “Extra opgangen naar de perrons zou ik het allerliefste willen.” Die zouden dan in de wanden kunnen komen van de Rijnsburgertunnel en de Joop Walenkamptunnel, bleek aan haar tafel. Die tunnels worden dan meteen een stuk levendiger en dat draagt bij aan een betere doorgang naar de zeezijde van het station waar ook het LUMC en het Leiden Bio Science Park wachten op een veel betere verbinding met de binnenstad.
Busstation
Het verbreden van de spoortunnels is sowieso een van de zaken die de komende periode onderzocht worden in de zogenoemde MIRT-verkenning. In dat ‘Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport’ worden alle verkeersstromen in het gebied nauwgezet onderzocht. Inclusief de busroutes en daarmee ook de plek van het busstation. Niet dat die plek nu weer ter discussie staat, de gemeente gaat uit van een inpandig busstation aan de stadszijde van Leiden Centraal, maar gewoon omdat dat nu eenmaal onderdeel is van zo’n MIRT-onderzoek.
Onder de aanwezigen waren overigens veel oude bekenden uit de omgeving van het station. Vooral veel bewoners die zich in de periode 2015-2017 stevig met de locatiekeuze voor een nieuw busstation bemoeiden. Ze waren fel tegen de gemeentelijke plannen om dat in het Terweepark te bouwen en haalden uiteindelijk hun gelijk. Die periode waarin de gemeente recht tegenover een deel van de stad kwam te staan, is een van de redenen om het nu anders te doen, werd ook nog wel even gememoreerd aan het begin van de meedenkavond. De sfeer aan de tafels was behoorlijk constructief en ook achteraf werd tevreden teruggekeken. “Ik had echt wel het gevoel dat we iets in konden brengen”, zegt bijvoorbeeld Hans van Muster. “En er zaten zelfs voorstellen bij die ze zelf nog niet hadden bedacht.”
De aanwezigen werden dan ook aangemoedigd om out-of-the-box te denken en lef te tonen bij het meedenken. Dat had overigens ook wel zo zijn grenzen. Een discussie om de hele spoordijk af te graven en de trein onder de grond te stoppen, werd al snel afgekapt. Te duur en technisch niet mogelijk. De railinfrastructuur rond het station blijft zoals ‘ie is en kan ook nog heel wat groei aan.
Droog
Een punt dat veel aandacht kreeg was de plek van het busstation. “Dat is het moeilijkste probleem, dus dat moet je als eerste oplossen”, zegt oud-wethouder Tjeerd van Rij. “Dus ook voordat je woningen gaat toevoegen.” Volgens Van Rij kan Leiden een voorbeeld nemen aan Amsterdam: “Daar hebben ze het goed opgelost. Veel beter dan bijvoorbeeld in Rotterdam. Het is belangrijk dat treinreizigers droog naar de bussen kunnen.” Volgens Van Rij betekent dat een busstation op of onder het treinstation. Ook aan andere tafels ging het veel over de bussen. Twee kleinere busstations aan de stadszijde of een ondergronds busstation waren ideeën die langskwamen.
Ongelijkvloers
Ook de fiets- en wandelroutes werden druk bediscussieerd en ook hier was ondergronds een veelgehoorde oplossing. “Als kruisingen het probleem zijn, is ongelijkvloers de oplossing”, zegt Van Munster daar bijvoorbeeld over. Stallingsplekken voor fietsen, maar ook voor scooters kregen ook de nodige aandacht. Terecht, want de opgave is enorm. In het gebied moeten uiteindelijk 30.000 stallingsplekken gerealiseerd worden. Die stallingen moeten niet alleen zoveel mogelijk inpandig komen, maar liefst ook in alle windrichtingen. “Want de reizigers komen ook van alle kanten.”
Tekst gaat door onder de foto’s
Groenste
Rust in het gebied is ook een veelgehoorde wens. Minder bijbouwen dan de nu opgenomen 130.000 vierkante meter kantoren, woningen en voorzieningen, en een maximumsnelheid van dertig kilometer per uur dragen daar aan bij. Net als het toevoegen van water in het stationsgebied, meer bomen en bankjes, zodat het het groenste station van Nederland wordt. Dat station zelf zou vooral een vrije doorgang moeten worden zonder hinderlijke ov-poortjes. Die kunnen prima naar de randen. Rolbanen, net als op Schiphol, zag tenminste één tafel ook wel zitten.
Donderdagavond 25 januari is de tweede meedenksessie. Aanmelden daarvoor kan nog. Ga daarvoor naar doemee.leiden.nl. In april volgt de eerste terugkoppeling.
De serie Knooppunt Leiden Centraal: ‘de knoop ontrafeld’ wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Leids Mediafonds.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907